Wat was dat ook weer? Onze (toenmalige) fractie heeft in 2015-2016 een regeling ontworpen die mensen die direct naast de werken wonen die nodig zijn om het spoor en de N65 om te bouwen moet helpen hun huis te verkopen. Dit, als ze gedurende die periode – al dan niet gedwongen door omstandigheden – moeten verhuizen maar hun huis niet kunnen verkopen. We deden dat omdat we het onrechtvaardig vonden dat een kleine groep mensen wel heel veel op hun bordje kreeg voor het algemeen belang.
Raad en college stemden daarmee in en de regeling werd een feit. Kort door de bocht gezegd: mocht je direct naast de N65 of het spoor wonen en gedurende de bouw van spoor of N65 je huis niet kunnen verkopen dan zal de gemeente het huis kopen tegen 90% van de getaxeerde waarde.
Vughtse regeling vervalt voor woningen aan de N65
Als gevolg van de vernietiging van het bestemmingsplan N65 moet de regeling voor die woningen aan de N65 op 1 januari 2024 worden gestaakt. Er is immers geen sprake meer van overlast als gevolg van ombouw en er is geen gewijzigd bestemmingsplan. Als we de regeling laten bestaan dan zou die moeten gelden voor alle inwoners van Vught en dat kan de bedoeling niet zijn. Voor de duidelijkheid: voor de woningen langs het spoor blijft de regeling bestaan.
Twee dingen
Wij kunnen ons vinden in dat besluit maar hebben wel van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog twee dingen ter tafel te brengen.
Het eerste is de vraag dat als er een nieuwe ombouw – in welke vorm dan ook – komt, het mogelijk moet zijn de regeling weer opnieuw voor de dan getroffen woningen in te stellen. De reacties van de partijen in de raad zijn daarover positief en daar ben ik blij mee.
Nog blijer werd ik van het volgende. Toen we de regeling maakten dachten we dat in 2024 de boel in Vught weer op orde zou zijn. De werkelijkheid is echter dat de bouw van het spoor pas zal aanvangen in 2024. Het is dan wel raar om dat nu precies te laten samenvallen met het stoppen van de regeling. Ik vroeg dus om een verlenging van de regeling.
De wethouder gaf aan dat hij dat ook begrijpt en stelde voor om in de raad een motie in te dienen om de regeling tot na 2024 te verlengen. Een meerderheid van de raad is het daar mee eens. Ik ga dus een motie maken die het college zal oproepen met een voorstel te komen dat voor 2024 en daarna totdat het einde van de bouw in zicht is de regeling blijft gelden.