Afgelopen week heeft onze fractie schriftelijke vragen gesteld over de antidiscriminatievoorziening in de gemeente Vught. Uit een rapport van RADAR over 2014 kwam naar voren dat er in totaal maar zeven klachten werden geregistreerd die betrekking hadden op discriminatie. Vraag die o.a. bij onze fractie oprees, is: ‘Vervult de gemeente met dit rapport slechts haar wettelijke plicht hiertoe of wordt er (verdere) actie op ondernomen? En indien nee, waarom niet?´
Een anekdote
‘Komt er dan discriminatie voor in Vught?’, zal je denken. Ja, ik kan (helaas) uit eigen ervaringen zeggen dat dit zo is. Hieronder heb ik één van de anekdotes waar altijd smakelijk om wordt gelachen, zij het dikwijls uit plaatsvervangende schaamte, beschreven:
Ongeveer vijf jaar geleden ging ik mijn dochter lid maken van de bieb. De medewerker die mij te woord stond, schoot meteen in de “zij-is-donker-dus-kan-geen-Nederlands-modus” en vertelde mij overdreven a r t i c u l e r e n d over het reilen en zeilen van de bieb. Dat ik haar na de eerste vraag in accentloos Nederlands – nou ja, met zachte ‘G’ – antwoordde, deed geen belletje rinkelen.
‘Het is lang geleden dat ik mij zo een buitenlander heb gevoeld’, zei ik thuis tegen mijn man.
Gevoel vs. rede
Wat het echter lastig maakt bij discriminatie is gevoel versus rede. En of je het dus meldt, ja of nee.
Zelf heb ik nog nooit een melding gemaakt van discriminatie, terwijl ik naast bovenstaand voorbeeld echt wel vaker het gevoel heb dat ik met meer wantrouwen wordt bejegend dan een blanke mede-inwoner. Maar ja, ga je het melden als je in de winkel vaak bijna direct een winkelmedewerker naast je hebt die je komt vragen of je hulp nodig hebt. Of als je naast iemand gaat zitten in de bus en diegene prompt haar tasje wat vaster onder haar arm klemt, of nog erger, haar tas naar de andere kant verhuist? Ik kan me voorstellen dat het niet wordt gedaan vanuit de veronderstelling dat het toch geen nut heeft.
Weten is beter meten
Misschien moeten we ons afvragen wat het rapport van RADAR vanuit dit oogpunt bezien waard is en of er misschien niet veel meer voorvallen van discriminatie zijn. En of de gemeente energie moet steken in het bekend(er) zijn van een meldpunt. Als je het positief bekijkt dan lees je dat de voorvallen in een andere gemeente plaatsvonden, anderzijds kan dit juist ook komen doordat veel inwoners van Vught eenvoudigweg niet weten dat er een meldpunt is.
Ook interessant vind ik de vraag, wanneer een melding een melding is. Moet je kunnen bewijzen dat er sprake is van discriminatie? Of volstaat het gevoel van onheus bejegend zijn? Kortom, zitten er voorwaarden aan een melding?
Arbeidsmarkt & discriminatie
Wat voor de gemeente eigenlijk een standaard rapport lijkt te zijn, heeft bij mij toch behoorlijk wat vragen opgeroepen. Bijvoorbeeld ook over de arbeidsmarkt, jongeren en discriminatie. Met de aanwezigheid van de Molukse gemeenschap in Vught kan ik mij haast niet voorstellen dat zij daar niet mee van doen hebben.
Maar, over dit thema een volgende keer. Eerst maar eens de antwoorden van het college afwachten op onze schriftelijke vragen. En als je iets over discriminatie kwijt wil, dan ga ik daar heel graag over met je in gesprek!
Hieronder de links naar de brief van de Gemeente Vught over dit onderwerp en het volledige rapport van Radar over 2014:
Verslag Discriminatieklachten Vught 2014
Rapport RADAR dicriminatieklachten 2014 Vught
Floor Bink
Ps. Met de bieb en mij is het nog goed gekomen hoor. Ik ben zelfs lid geworden.
Goed dat je het benoemd. Gebeurd veel te vaak zogenaamd grappig bedoeld. Overal om ons heen.