In het kader van ‘een raadslidcadeau’ mocht Toine van de Ven op bezoek bij het adviesplatform Minima, Ouderen en Gehandicapten (MOG). Op uitnodiging bezocht hij daarom twee vergaderingen van het platform om te kijken hoe de gang van zaken is. En om te kijken waar al die nuttige adviezen (gevraagd en ongevraagd) vandaan komen.
Op de avond herijking van het lokaal sociaal beleid had elke organisatie een of twee raadsleden ‘cadeau’ gekregen. Dit geweldige idee van onze griffier moest de raadsleden en de verschillende maatschappelijke organisaties beter met elkaar bekend maken. Ik had het geluk om op bezoek te mogen bij het platform MOG. Geluk, omdat ik dit adviesorgaan verschillende keren tegen kom in de commissie samenleving.
Op uitnodiging ben ik twee keer op bezoek geweest. De eerste keer ter kennismaking op de vergadering van 15 december 2006 en de tweede keer meer inhoudelijk op de vergadering van 26 januari 2007. De vergadering van de 15e was namelijk meteen ook een soort afsluiting van het jaar met een kleine borrel en had daarom slechts een beperkte inhoudelijke agenda.
Wat ik zeer positief heb ervaren is de communicatie tussen het MOG en de gemeente. Aan het begin van de vergadering komt een ambtenaar van sociale zaken om alle nieuwe ontwikkelingen te bespreken en vragen vanuit het platform te beantwoorden. Dat is natuurlijk ook noodzakelijk voor een goede werking van een adviesplatform. Zonder kennis van zaken is het ook moeilijk goede adviezen te geven.
Kennis van zaken hebben de leden van het platform echter zeker, allemaal op hun eigen manier. Het zijn mensen uit het veld met ervaringen en kennis en zeer gedreven zoals bij het informele gedeelte van de bijeenkomst op de 15e al wel bleek. Gelukkig maar, want als raadslid vind ik het bijzonder waardevol om ervaringsdeskundigen mee te laten kijken met ambtenaren en ons als raadsleden bij het maken van nieuw beleid en het evalueren van bestaand beleid. Dat kan het eindresultaat alleen maar ten goede komen.
Ik heb uit de bijeenkomsten echter ook verschillende aandachtspunten meegekregen. Als coalitie spreken we mooie woorden over inspraak en participatie van de burger, maar aan dat mechanisme zal nog verder gesleuteld moeten worden. Ik heb al vaker gezegd dat burgers ons pas serieus zullen gaan nemen, als ze merken dat er serieus met hun inspraak om wordt gegaan. Dat betekent voor mij ook duidelijke feedback over inspraak en gemaakte keuzes. Niet klakkeloos overnemen, maar wel beargumenteerd aangeven waarom iets wel of niet mogelijk is. Anders zal een inspreker de volgende keer wel twee keer nadenken voordat hij/zij die moeite zal gaan doen.
Inhoudelijk werden er interessante onderwerpen besproken: sportnota, herijking lokaal beleid, armoedeproject, project ouderen samen en onderdelen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Bijzondere interesse had ik zelf voor de invulling van een cliëntenraad voor de WMO en de rol van het platform daarbij. De gemeente zal in het kader van de WMO een orgaan voor burgerparticipatie moeten creëren met een brede achtergrond voor alle prestatievelden van de WMO. Hoe dit precies eruit zal gaan zien moet nog uitgewerkt worden. Het MOG kan hier zeker in rol in spelen met hun ervaring en kennis. Maar de WMO is breder dan enkel minima, ouderen en gehandicapten. Zo zal ook jeugdwerk erin meegenomen moeten worden. En dat was wederom een mooie impuls voor mij om extra hard te werken aan het initiatiefvoorstel jeugdraad.
Ik beschouw het MOG – zeker nu ik het platform twee keer heb zien werken – als een zeer nuttig adviesorgaan. Ik heb de leden van het platform dan ook met klem gevraagd om ons te allen tijde te blijven voorzien van informatie en adviezen en niet te twijfelen om contact met ons op te nemen. En ik zal ook het MOG blijven volgen met een bezoekje aan een bijeenkomst voor het Project Ouderen Samen komende woensdag bijvoorbeeld.
Toine van de Ven