Op de agenda van de commissievergadering van 28 augustus stond een voortel van het college om ‘af te zien van het adviesrecht buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor het wijzigen van het gebruik van het gebouw aan Marktveld 1 en Maurickplein 12 te Vught. Dit moet het mogelijk maken daar een boutiquehotel met maximaal 14 kamers te realiseren. Het monumentale karakter van het gebouw blijft behouden.’
Waar gaat dit over?
Een wat ingewikkeld bestuurlijk verhaal. Dus maar eerst even de inhoud. In het pand van de vroegere elektrazaak van Van Bavel aan het Marktveld en het achterliggend pand heeft een initiatiefnemer het voorstel gedaan om een kleinschalig hotel (14 kamers) te starten. Dat is fijn want zo wordt de levendigheid van het centrum ondersteund en wordt een pand dat een monument is nuttig gebruikt en gerestaureerd. Ik heb de oproep gedaan om vooral goed te kijken naar het monumentale deel van de bouw, het oudste overeindstaande gebouw in Vught.
Prima idee, instemmen wat ons betreft
Dan nu de bestuurlijk-administratieve kant. Zonder hier compleet te willen zijn is met het in werking treden van de Omgevingswet het procedurele proces om dit soort besluiten te nemen, veranderd. De Raad heeft de mogelijkheid om vooraan in het proces – er is nog slechts een schets en een startdocument voor het plan – daar een advies over te geven. Als de raad daartoe besluit dan gaat het proces langer duren en kunnen er extra kosten ontstaan voor de initiatiefnemer.
Voor sommige plannen is dat wellicht goed. Wij vinden dat die ‘sommige’ een uitzondering moeten zijn. Het college is goed in staat de afwegingen te maken en voor dat speciale geval dat je vindt dat die afwegingen aan de voorkant richting gegeven moeten worden, start je dan als raad het proces op. In dit geval is dat naar ons oordeel niet aan de orde.
Hamerstuk
Uiteindelijk gaat het stuk door als hamerstuk naar de raadsvergadering van 11 september met de opmerking dat D66 zal tegenstemmen. Waarom ze dat doen is mij niet geheel duidelijk geworden maar het proces kan dus voortgang vinden.
Ton van der Vossen
