In de commissievergadering van 31 maart kwam de Onroerend Zaak Belasting (OZB) heel kort even ter sprake.
De OZB en de discussies die daarmee samenhangen, hebben altijd de neiging om een bijzonder heet hangijzer te worden. Hebben we de waardestijging wel goed voorspeld? Is het tarief niet te hoog? Is het tarief niet te laag? In het coalitieakkoord is om dit te voorkomen afgesproken dat de OZB-inkomsten alleen met de inflatie mogen groeien. Dat betekent dat we waardevaste inkomsten als gemeente tegemoet kunnen zien. Zolang die inkomsten, samen met de veel grotere geldstroom uit het gemeentefonds, voldoende zijn voor onze uitgaven aan de belangrijke zorg- en zekerheidstaken van de gemeente (bijvoorbeeld een menswaardig sociaal vangnet, en toegankelijke jeugdzorg) kan PvdA-GroenLinks prima leven met die afspraak. Op dat vlak doet onze gemeente het op zich erg goed. Toch kan er wat fout gaan tijdens het voorspellen van OZB-inkomsten.
Minder gebouwen = Minder OZB inkomsten
Zo blijkt dat er minder areaal is opgeleverd wat tot lagere OZB-inkomsten leidt. In gewone mensen taal staat hier dat we bij minder gebouwen dan verwacht OZB hebben kunnen heffen. Deze tegenvaller in inkomsten heeft helaas ook effect op welke uitgaven we wel en niet kunnen doen. Binnenkort spreken we hierover bij de behandeling van eerste bestuursrapportage (BURAP 1). Hoewel we de discussie hierover nog moeten voeren hebben wij samen met SP het college reeds dringend verzocht het sociaal domein hierbij te ontzien.
Motie leges uitgevoerd
Tenslotte was er ook nog goed nieuws bij dit agendapunt. Zo heeft het college een motie van PvdA-GroenLinks en SP uitgevoerd die het nu ook formeel zo regelt dat niet commerciële evenementen (denk bijvoorbeeld aan een buurtbarbecue) geen leges meer hoeven te betalen.