De WSD-groep had op 18 september 2006 alle raadsleden van de elf gemeenten waar het bedrijf de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) voor uitvoert, uitgenodigd om te komen kijken naar de werkzaamheden van het bedrijf. Namens Vught Samen Anders namen Teun Wezelenburg en Toine van de Ven een kijkje.
Deze eerste dag waren zo’n 21 raadsleden naar Boxtel gekomen – andere mogelijkheden waren dinsdag- en donderdagavond. Natuurlijk kent iedereen de WSD-groep van het groenwerk en het schoffelen, maar in Vught kennen we ze ook van onder andere de Blizo en het activiteitencentrum. Maar al snel bleek dat de WSD-groep veel breder is, dan menigeen zal weten. De WSD biedt werk aan circa 2250 mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Een deel van deze mensen is werkzaam in het groenwerk, schoonmaakwerkzaamheden en de industrie (bv de Blizo), maar het grootste deel is gedetacheerd bij bedrijven. En jaarlijks weet de WSD zo’n 20% van deze mensen aan een reguliere baan te helpen! Omdat bedrijven subsidies kunnen krijgen van de rijksoverheid om het verlies aan arbeidsproductiviteit te compenseren, is dit voor bedrijven aantrekkelijk.
Maar ik was niet naar Boxtel gekomen om een mooi verhaal aan te horen over hoe goed de WSD-groep functioneert en wat voor belangrijk werk ze doen. Niet dat dat niet belangrijk is, want de WSD voert natuurlijk wel een gemeentelijke taak uit. Maar ik zat daar met twee vragen: ten eerste wat kunnen gemeentes doen voor de WSD en ten tweede wat kan de WSD doen voor ons?
Op de eerste vraag kregen we al vrij snel een antwoord. Tot mijn verbazing kost de WSD-groep de deelnemende gemeentes niets in de zin van subsidie of iets dergelijks. Het bedrijf wordt volkomen bekostigd uit subsidie van het Rijk en de inkomsten uit hun arbeid. Maar de gemeentes leveren wel een deel van dat werk en zorgen daarmee voor een kwart van de eigen inkomsten van de WSD. Deze dienstverlening zouden ze graag verder uit willen breiden, oftewel de WSD wil graag meer opdrachten van de gemeentes krijgen. En dat alles tegen marktconforme prijzen, zoals duidelijk werd benadrukt.
De tweede vraag werd even later beantwoord. In de uitleg van de algemeen directeur werd de hoop uitgesproken dat de WSD in de toekomst meer kan zijn voor de gemeentes dan de uitvoerder van de WSW. Daarbij werd nadrukkelijk de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) genoemd. Dat interesseert me, want daar zijn we nu als gemeente volop mee bezig. Dit was dan ook een punt waar ik verder op in wilde gaan.
De directie benadrukte dat de sociale wetten elkaar in de nabije toekomst zouden kunnen versterken en dat de WSD-groep daar een rol in zou kunnen spelen. De vernieuwde WSW die eraan komt, de brede WMO en herintegratieprojecten, het zou elkaar kunnen versterken. Hoe precies kreeg ik echter geen duidelijk beeld van. Als voorbeeld gaven ze aan dat bepaalde taken van thuiszorg door bepaalde WSD-ers gedaan zouden kunnen worden. Zo zouden ze best de tuin kunnen doen bij ouderen of het plafond een likje verf geven. Een interessante visie, maar een die later zal moeten worden uitgewerkt. Nu treedt in januari eerst de smalle WMO in werking en dan moeten we daarna nog bezien hoe deze kan worden uitgebreid met de taken van de brede WMO.
Toine van de Ven